Aankoop

 

Het overwegen waard:

Voordat je besluit een paard aan te schaffen, moet je de volgende punten nagaan:
- Hoeveel ervaring heb ik?
- Welk type paard zoek ik?
- Op welke wijze en hoe vaak wil ik rijden?
- Moet het een wedstrijd-, vrijetijds-, of langeafstandspaard zijn?
- Is er een geschikte plaatsom het paard te onderhouden?
- Hoeveel wil ik maximaal uitgeven voor de aankoop? Wat zijn de maandelijkse kosten?
- Wie neemt het dagelijkse verzorgen, rijden en uitmesten voor zijn rekening?
- Wie bekommert zich om het paard als het ziek is?
- Komt het paard alleen te staan of in een groep?

 

Belangrijke Punten:

Als je besloten hebt een paard aan te schaffen, moeten de volgende punten duidelijk zijn:
- Prijs: Als je twijfelt vraag dan advies aan iemand die er verstand van heeft, vóór het paard wordt gekocht. Laat ook de dierenarts het paard onderzoeken.
-Type: Rijpaarden zijn er in 3 categoriën:
          - het rustige betrouwbare paard, de koudbloeden.
          - de krachtige en actieve warmbloeden.
          - het naar beweging hunkerende paarden, de volbloeden.
- Geslacht: Merries zijn over het algemeen iets moeilijker te handhaven dan ruinen, maar met een merrie kan je nog altijd gaan fokken. Een hengst of een veulen vereist veel ervaring. Voor de meeste paardenbezitters zijn ze (nog) ongeschikt.
- Stokmaat: Een paard dat te groot is voor zijn berijder, is moeilijker te rijden. Maar een te klein paard kan nooit in topvorm lopen omdat het te zwaar belast wordt. Als het om de kracht van het paard gaat, is de bouw belangrijker dan de grootte. Een klein paard met een correcte bouw en prima botten is sterker dan een groot paard met een zwakkere bouw.
- Leeftijd: Als het je eerste paard wordt, is het verstandiger om jong of pas ingereden paard te kiezen, tenzij het paard uitstekend ingereden is en rustig van aard. Daarentegen heeft een wat ouder paard (rond de 10 jaar), veel ervaring en kan hij nog jaren mee als leermeester.
- Ras: Het ras speelt vooral een rol als u een merrie koopt om mee te fokken. Wedstrijdruiters letten erop dat hun paard in een bepaald discipline mogelijk afstamt van succesvolle sportpaarden.
- Temperament: Een paard dat als 'levendig' aangeprezen wordt, kan in werkelijkheid nerveus en prikkelbaar zijn. Daarintegen kan een 'rustig' paard wel eens lui zijn. Tijdens het uitproberen let je op het bit: een eenvoudige, dikke gebroken trens duidt er wellicht op dat u op een ongecompliceerd paard zit. Als je met een dun, scherp bit rijdt, dien je erachter te komen of het paard goed getraind is of dat het bit slechts een noodoplossing is.
- Ondeugden: Vluchters, dieren die schoppen en bijten, kun je alvast van het lijstje schrappen. Bij volbloeden of hoog in het bloed staande paarden kan schichtig en nerveus gedrag wel eens door de vingers worden gezien. Maar wevers en kribbebijters (zie ondeugden) moet je afwijzen.
- Gezondheid: Vraag na of het paard verwondingen of heeft doorgemaakt, kreupel is geweest of andere fysieke kwalen heeft gehad die later voor problemen kunnen zorgen. Ook is het belangrijk of het paard zich laat beslaan, verkeersmak, zich goed laat transporteren en tijdens het scheren niet voor problemen zorgt.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb